
Eerste digitale bouwaanvraag in Nederland
Alink Bouwtechnisch Adviesbureau was de eerste indiener van en digitale bouwaanvraag in Nederland!
Het volgende artikel werd in de CobouwTotaal numero 19, oktober 2007, gepubliceerd:
Zo gemakkelijk als een e-mail te versturen
Wim Alink
Het bouwadviesbureau van Wim Alink was de eerste gelukkige die bij de gemeente Den Haag (lees het Digitale Bouwloket) een digitale bouwaanvraag mocht indienen. Hij is dik tevreden over het ICT-systeem. “Het is bijna net zo gemakkelijk als een e-mail versturen.”
De digitale aanvraag voor de renovatie van een dakopbouw bij een particuliere woning nam voor Alink slechts twee uur in beslag. “Dat scheelt minimaal een uur ten opzichte van een traditionele aanvraag. Ik hoefde geen tekeningen meer te plotten en op te sturen via de post. Bij kleine bouwaanvragen scheelt dit digitale proces de klant zeker honderd euro aan kosten.”
Alink zag er in eerste instantie best nog tegenop, maar de aanvraag viel hem alleszins mee. “Het stappenproces is heel overzichtelijk en werkt supersnel. Ik kon veel secuurder aanpassingen aan de tekeningen maken dan op zo’n traditionele groot A1-vel. Vooral bij aanvragen van kleine bebouwing is dat een uitkomst.”
Verbeterpunten waren er echter ook. De aanmelding bij DigiD als bedrijf liep niet naar behoren; Alink moest zich onder persoonlijke titel aanmelden. Bovendien verwerkte het systeem geen spaties in bestandsnamen. Verder was het handig geweest als de situatietekening op een webserver beschikbaar was gesteld.
Voor de verlener – de gemeente Den Haag – werkt het digitale bouwloket uitstekend. De verschillende tekeningen en het originele bestemmingsplan kunnen met elkaar worden vergeleken. In rood kan de gemeente opmerkingen aangeven op de tekening. Bovendien kunnen er makkelijk metingen worden verricht aan de bebouwing en het bouwterrein. De gemeente Den Haag is nu ook druk bezig met de voorbereiding op het LVO. “Het digitale bouwloket an sich verdwijnt, maar de functionaliteiten zullen in grote lijnen overeind blijven”, aldus senior beleidsmedewerker Edward de Wit van Dienst Stedelijke Ontwikkeling. (MvR)